Vondsten middeleeuwen
Na een lange periode van onbewoonbaarheid, vestigen zich rond het jaar 950 de eerste Zaankanters in Assendelft. Deze bewoners kwamen waarschijnlijk vooral uit het Noord-Hollandse kustgebied. Door de warmte was het Zaanse veenmoeras achter de duinen echter ook droger geworden en daarmee begaanbaar. De boeren die hun akkers kwijt waren, trokken het onbewoonde Zaanse hoogveenmoeras in en begonnen het te ontginnen.
Om hier te kunnen wonen werd het gebied ontwaterd. Ze legden akkers aan en bouwden rechthoekige, langwerpige boerderijen met een fundering van plaggen en met gevlochten wanden en rieten daken. In de jaren ’80 van de vorige eeuw zijn in Assendelft de resten van een houten kerkje ontdekt dat het midden vormde van de bewoning uit die tijd. De boerderijen lagen kriskras over het lang verspreid. Echte dorpen waren er niet.
Eerste Assendelvers
Mogelijk waren de eerste Assendelvers nakomelingen van Vikingen. Assendelft heette in die tijd Ascemannedelf. ‘Delft’ betekent sloot en de ‘Ascemannen’ waren Noormannen of zeerovers, oftewel Vikingen. De fundering van het eerste Assendelver kerkje is ook opgegraven. Die bestond uit planken, bewerkt in de zogenaamde ‘stafbouw’ techniek. Deze techniek is een typisch Scandinavische bouwwijze.
Zaandam en de Zaandorpen
Tussen 1000 en 1200 stichtten de boeren ook andere Zaandorpen: Krommenie, Westzaan, Wormer, Jisp en Oostzaan. De eerste bewoning in Zaandam was tussen de elfde en de twaalfde eeuw. Dit Oer-Zaandam heette toen Saenden of Oud-Saenden. Deze nederzetting lag in de buurt van het Hembrugterrein maar werd rond 1150 verlaten vanwege wateroverlast. Daarna vestigden de bewoners zich bij de Dam in het centrum van het huidige Zaandam. In de veertiende en vijftiende eeuw werden vanuit de oude Zaandorpen de dorpen langs de Zaan gesticht: Oost- en West-Knollendam, Wormerveer, Zaandijk, Koog aan de Zaan en ’t Kalf.
Lintdorpen langs de dijken
Het omploegen van de grond in de Zaanstreek zorgde tussen 1000 en 1300 ervoor dat het veen ging zakken en de bodem ging dalen. Hierdoor kon het lang makkelijk overstromen. Om zich tegen het water te beschermen, wierpen de bewoners dijken op. Omdat dit mooie, hoge en droge plekken waren, bouwden steeds meer mensen hun huizen langs de dijken. Zo ontstonden de zogenaamde lintdorpen die zo kenmerkend zijn voor de Zaanstreek.