Veelgestelde vragen kruispunten Prunuslaan en Witte Veerstraat

Vragen en antwoorden

We plaatsen de verkeerslichten om de verkeersveiligheid op de kruispunten te vergroten. Vooral voor kruisend en afslaand verkeer.

  • Als de snelheid naar 50 km teruggaat, daalt de gemiddelde rijsnelheid van automobilisten hooguit met 10 km/uur. Dit geeft geen grote verbetering aan de verkeersveiligheid.
  • De Provincialeweg heeft twee rijstroken in beide richtingen. De weg heeft daarmee het karakter van een 70 km/uur-weg. Een lagere snelheid is niet geloofwaardig voor de weggebruiker en lastig te handhaven.

In het Zaans Mobiliteitsplan (dit loopt tot 2040) is opgenomen dat de Provincialeweg in de toekomst een andere functie krijgt. De doorstroomfunctie vervalt en de weg krijgt een gebiedsontsluitende functie. Het Zaans Mobiliteitsplan krijgt nog een uitwerking waarin de gevolgen van de verandering van functie van de weg staan.

Uit onderzoek blijkt dat weinig fietsers vanuit de Witte Veerstraat oversteken. Er zijn voldoende andere plekken om de Provincialeweg over te steken. Fietsers vanuit de Witte Veerstraat richting het noorden kunnen via de parallelweg richting de Curaçaostraat rijden waar ze met verkeerslichten de Provincialeweg kunnen oversteken. Fietsers richting het zuiden kunnen bij de Prunuslaan oversteken.

De verkeerslichten krijgen melders die verkeer op grote afstand zien aankomen. We koppelen deze melders. Daarnaast krijgen de verkeerslichten wachtstand groen, dit houdt in dat de verkeerslichten op de Provincialeweg op groen staan als er geen verkeer uit de zijwegen komt. Verder worden de verkeerslichten voorbereid als zogenaamde Intelligente verkeersregelinstallaties (iVRI’s). Deze kunnen communiceren met het aankomende verkeer. Dit bevordert de verkeersdoorstroming.

Door een gespecialiseerd bureau is een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. Verkeerslichten kwamen er als best passende oplossing uit. Voor een rotonde is veel ruimte nodig. Bij de Prunuslaan is die ruimte er niet. Daarnaast is een rotonde duurder dan verkeerslichten.

De maximale wachttijden voor de auto’s vallen binnen de landelijk gestelde normen voor verkeerslichten. De precieze wachttijd wordt bepaald door het verkeersaanbod, tijdstip (bijvoorbeeld spitstijden), en de hoeveelheid kruisend verkeer.

Verkeerd gedrag van bestuurders kunnen wij niet voorkomen. Wij kunnen zorgen voor een logische verkeersregeling zodat het begrijpelijk is dat mensen moet wachten. Het Openbaar Ministerie (OM) bepaalt waar snelheidscamera’s en roodlichtcamera’s komen.
Kruispunten moeten aan een aantal criteria voldoen, zoals veel verkeer en veel overtredingen. Na aanleg van de verkeerslichten monitoren we de situatie. Als de kruispunten aan de criteria van het OM voldoen, dienen we een verzoek in voor het plaatsen van camera’s.

We kijken per locatie welke oplossing het beste past. Daarvoor kijken we naar ons beleid (voor bijvoorbeeld groen, duurzaamheid en (verkeers-)veiligheid), of iets technisch haalbaar is en ook betaalbaar.

We plaatsen alleen drempels bij 50 km/uur wegen.