Jeugd en veiligheid

Gemeente Zaanstad wil jongeren helpen om met hun talent aan de slag te gaan en hun dromen waar te maken. Samen met onze partners willen we onze Zaanse jeugd op het rechte pad houden. Partners van de gemeente hierin zijn onder andere: de Sociale Wijkteams, jongerenwerk, politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugd (hulpverlening). We willen voorkomen dat jongeren in aanmerking komen met criminaliteit. Elke situatie is anders. Daarom werken we op verschillende manieren hieraan. We zetten daarbij in op de vier leefwerelden van jongeren: straat, thuis, online en school.

In de gemeente Zaanstad zijn er problemen op het gebied van jeugd en veiligheid. Het gaat dan om misbruik van en handel in drugs, afpersing, wapengeweld, straatroven, gebruik van explosieven en intimidatie. Grensoverschrijdend gedrag vindt thuis, op straat, op school en online plaats.

In Zaanstad wonen ongeveer 35.000 jongeren in de leeftijd van 9 tot 27 jaar. Het overgrote deel van deze groep groeit op in een leefbare en veilige wijk met een vriendenkring, school, sport en cultuur. In Zaanstad zijn zo’n 2.500 jongeren in beeld, waar zich problemen voordoen in de vier leefwerelden van de jongeren (straat, thuis, online en op school)

Een (landelijke) trend van de laatste jaren is dat criminelen jonger en harder worden. ‘Volwassen’ vormen van overlast en crimineel/gewelddadig gedrag, worden gepleegd door zeer jonge daders (12 tot 16 jaar). De jonge daders worden geronseld via sociale media en rondom scholen.

De problematiek heeft de volgende kenmerken:

  • Jongeren plegen ernstig geweld naar elkaar; ieder wissewasje lijkt te worden ‘opgelost’ met geweld en er wordt getest en beloond. Alles wordt gedaan om bij de groep te horen;
  • Vaak wordt er geen aangifte gedaan door slachtoffers; zij zijn bang dat ‘snitchen’ wordt beantwoord met meer geweld en onveiligheid;
  • De jongeren verplaatsen zich gemakkelijk binnen en buiten de gemeente Zaanstad. Ook hebben ze stevige banden met criminele organisaties in met name Amsterdam. Ook zijn er jongeren aangehouden als ‘uithalers’ in de haven van Rotterdam en Antwerpen;
  • Het leven in de georganiseerde criminaliteit wordt geromantiseerd;
  • Kwetsbare jongeren maken kans om in deze criminaliteit te belanden; zij gaan voor ‘de gouden bergen’ die worden beloofd en kunnen de gevolgen en risico’s niet overzien.

De problemen onder jongeren pakken we op verschillende manieren aan:

  • Incidentele aanpakken: bij (nieuwe) onveilige situaties/fenomenen. Daarbij gebruiken we een escalatiemodel, om dilemma’s en patronen te doorbreken. We werken met een escalatie-model van uitvoering tot bestuur om dilemma’s en patronen te doorbreken.
  • Structurele aanpakken

In de structurele aanpakken onderscheiden we:

  • Preventieve jeugd overleggen
  • Groepsaanpak
  • Persoonsgerichte aanpak (PGA)

Verschillende afdelingen binnen de gemeente (o.a. Straattoezicht, Wijkmanagement en Jeugd en Veiligheid bespreken  met onder andere de politie en de sociale wijkteams, over welke personen en groepen zorgen voor overlast in de verschillende wijken in Zaanstad. Het doel van deze overleggen is om te zorgen dat alle partijen hetzelfde beeld van de overlast hebben.

De verschillende partijen delen signalen over jeugdgroepleden en/of jeugdgroepen, waarover ernstige veiligheidszorgen zijn. Ook signalen over trends of onveiligheidsgevoelens in de wijk komen aan bod. Bij steeds terugkerende overlast, bepalen de partners samen welke acties nodig zijn. Het doel is om de overlast zo snel mogelijk te stoppen.

Als de aanpak van de preventieve jeugdoverleggen niet het gewenste effect heeft, wordt opgeschaald naar de regisseur op de aanpak overlastgevende jeugdgroepen. Voor de aanpak van overlast door groepen wordt het 7-stappenmodel van het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) gebruikt.

De gemeente maakt samen met de partners in de wijk een beeld, voor welke problemen de jeugdgroep zorgt. Op basis daarvan bepalen ze, hoe ze de overlast willen stoppen. De aanpak loopt zo lang als sprake is van de overlast door de groep jongeren. Als ze de aanpak kunnen stopzetten, blijven ze nog enige tijd monitoren, of de overlast definitief voorbij is. 

In de gemeente Zaanstad werken partners samen om jeugdoverlast en/of criminaliteit tegen te gaan. Eén van de methodes die hiervoor gebruikt wordt is de Persoonsgerichte Aanpak (PGA).

De Persoonsgerichte Aanpak wordt ingezet voor jongeren bij wie de ‘reguliere’ aanpak om niet af te glijden richting de criminaliteit, niet of onvoldoende werkt. De reguliere aanpak zijn de contacten tussen een jongere en bijvoorbeeld professionals op school, Leerplicht, Jongerenwerkers, Jeugdhulpverlening, wijkagenten, boa’s en jeugdreclasseerders. Om in aanmerking te komen voor een PGA-traject gelden de volgende voorwaarden:

• De jongere moet jonger dan 27 zijn;
• De jongere moet in de gemeente Zaanstad wonen;
•  De aanmelding moet aangekondigd zijn bij de jongere (en bij de ouders/verzorgers als zij jonger zijn dan 18 jaar);
•  De reguliere aanpak van (samenwerkende) professionals werkt niet;
•  Er is sprake van duidelijke problematische signalen, op het gebied van zowel zorg als veiligheid.

Het gaat dan om de volgende jongeren:

• De voormalige ‘075’ doelgroep (jongeren met minimaal 1 geregistreerde high impact crime) die sinds 2024 ‘HIC’ heet. High Impact crimes zijn bijvoorbeeld moord- en doodslag, handel in drugs, zware mishandeling en online oplichting.
• ‘Risicojongeren’. Dat zijn jongeren waar zorgen over zijn dat ze afglijden naar zwaardere criminaliteit).

Welke partijen werken samen bij PGA?
Het doel van de PGA is om te zorgen voor een positieve gedragsverandering van de jongere en zijn of haar broertjes/zusjes. De aanpak is om te voorkomen dat de jongere (opnieuw) problematisch in aanraking komt met politie. Om dit proberen te bereiken, werken onder anderen de volgende partijen samen bij een PGA:

•  Het Jongerenwerk;
•  Het Jongerenloket;
•  De afdelingen Straattoezicht en Leerplicht van de gemeente Zaanstad;
•  Scholen;
•  Politie;
•  Openbaar Ministerie;
•  (Jeugd)reclassering;
•  (Jeugd)hulpverlening;
•  Raad voor de Kinderbescherming.

Plan opgesteld voor elke jongere
Als de samenwerkende partijen samen beslissen om voor een jongere een PGA-traject te starten, dan wordt een regisseur aangewezen. Zij schrijven samen een plan. Hierin beschrijven zij de resultaten die ze willen halen, als het gaat om bijvoorbeeld:

•  Hoe vaak de jongere te maken krijgt met de politie;
•  Financiën;
•  Werk en opleiding;
•  Wonen;
•  Geestelijke gezondheid;
•  Het sociale netwerk (familie en leeftijdgenoten);
•  Middelengebruik (onder andere alcohol en drugs).

Wat doet de regisseur in een PGA-traject?
De regisseur heeft verschillende taken:

•  Zorgen dat de verschillende samenwerkende partijen elkaar regelmatig op de hoogte houden;
•  Zorgen dat de verschillende partijen zo goed mogelijk samenwerken;
•  Zorgen voor een goede verdeling van de taken tussen de partijen;
•  Bijsturen als dat nodig is;
•  Volgen van ontwikkelingen als het gaat om problemen en criminaliteit bij de jeugd.

Wanneer sluit een PGA-traject?
Als de jongere een blijvende positieve gedragsverandering laat zien en geen problematische politiecontacten meer heeft, wordt het dossier afgerond. Het kan wel zijn dat er nog verschillende partijen betrokken blijven. Dat gebeurt bijvoorbeeld als besloten is om een vervolgtraject in de hulpverlening in te gaan.