Onderhoud aan wegen
De gemeente is verantwoordelijk voor de wegen binnen de bebouwde kom. Alleen de Provincialeweg is de verantwoordelijkheid van de provincie Noord-Holland (ten westen van het NS-station Wormerveer richting Uitgeest).
Buiten de bebouwde kom zijn er wegen in de gemeente die onderhouden worden door andere overheden:
- Provinciale wegen door de provincie Noord-Holland.
- Rijkswegen door Rijkswaterstaat (alleen de eerste 832 meter van de autoweg na de rotonde in Zaandam is voor de gemeente).
- Wegen op dijken buiten de bebouwde door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Rijkswaterstaat heeft op hun website een overzichtskaart wie de wegbeheerder is: Wegbeheer in Nederland In het Kadaster is vastgelegd waar de (eigendom) grenzen liggen.
Een instorting / wegzakking van de weg kan ontstaan door een breuk in het hoofdriool waardoor er zand wegspoelt. Als er water omhoog komt, is het belangrijk om te weten of het water ‘schoon’ is:
- Ruikt het water naar rioollucht, dan is het misschien een breuk in het hoofdriool. U kunt een melding bij de gemeente maken. De gemeente gaat na een melding kijken. Melding openbare ruimte maken
- Is het schoon en helder water, dan is het misschien een breuk in de waterleiding van Waterbedrijf PWN. In dat geval moet u contact opnemen met PWN: Storing melden | PWN
Een KLIC-melding is verplicht voor aannemers of kabelbedrijven (zogenaamde grondroerders) die in de openbare ruimte gaan graven. KLIC betekent Kabels en Leidingen Informatie Centrum.
Via Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) verstrekt het Kadaster informatie over de ligging van kabels en leidingen. Het doel van KLIC is graafschade te voorkomen.
Hoe gaat een KLIC-melding?
- Een KLIC-melding gaat online via het Kadaster.
- Het Kadaster vraagt gegevens over de ligging van kabels en leidingen op bij de netbeheerder (zoals Nuon, PWN en gemeente).
- Het Kadaster verzamelt alle gegevens van de netbeheerders en bundelt het tot één pakket/tekening.
- De aanvrager krijgt bericht over het pakket/ de tekening.
Veel gemeenten in Nederland beheren de openbare ruimte met een beeldbestek. Aan de hand van een vastgesteld beeldkwaliteitsniveau is bepaald waaraan het beeld van de openbare ruimte aan moet voldoen. Een beeldbestek kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld onkruidbeheersing op straat.
Bij een beeldbestek kan er onderscheid gemaakt worden uit verschillende beeldkwaliteitsniveaus. Bij iedere beeldkwaliteitsniveau hoort een bepaald beeld en beschrijving waaraan het beeld moet voldoen.
De meest toegepaste beeldkwaliteitsniveaus bestaan op basis van niveau A+, A, B, C of D.
- Een A+-niveau wil zeggen dat het beeldkwaliteitsniveau zeer hoog is.
- Niveau D betekent dat het beeldkwaliteitsniveau zeer laag is.
Een visueel voorbeeld van beeldkwaliteitsniveaus voor onkruid tussen de klinkers: