Borgingsplan

Bij het bouwen (onder kwaliteitsborging) dienen initiatiefnemers specifieke lokale omstandigheden of risico’s mee te nemen als uitgangspunt voor de risicobeoordeling en het borgingsplan.

In Zaanstad is sprake van een onstabiele bodem. Dit kan gevolgen hebben voor onder andere zware bouwtransporten, kranen of heistellingen, gasleidingen, asbest-cement waterleidingen enzovoort. Neem contact op met de gemeente voor meer informatie (afdeling Bouw-RO, team Toezicht).

Bouwt of sloopt u naast een oud pand of gebouw dat slecht gefundeerd is, neem dan extra maatregelen die het risico op het ontstaan van schade als gevolg van trillingen verkleinen. Dit kan door bij voorkeur te kiezen voor een trillingsvrij heisysteem. Indien u toch gaat heien, inclusief een inwendig geheide stalen buispaal, dient een monitoringsrapport te worden opgesteld waarin volgens SBR richtlijn A standaard uitgegaan wordt van een categorie 2 gevoelig. Een lagere categorie mag alleen worden toegepast indien u dit aantoont door gebruik te maken van het stappenplan in de SBR richtlijn A. Bij de melding sloop- en omgevingsveiligheid dient het monitoringsrapport te worden ingediend. Voor het opstellen van een monitoringsrapport kunt u een hierin gespecialiseerd bedrijf inhuren.

Bouwt of sloopt u in een dijklichaam? Dan dient de dijk stabiel gehouden te worden tijdens uitvoering door altijd een bouwput te realiseren met grond- en waterkerende voorzieningen. Bij de melding sloop- en omgevingsveiligheid dient een bouwputadvies en eventueel bemalingsplan te worden ingediend. Dit geldt onder andere in Zaanstad voor de Zuiddijk, Westzanerdijk, Lagedijk, Hogedijk en de Kalverringdijk. Voor meer informatie over dijklichamen kunt u terecht bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

In het omgevingsplan kunnen regels zijn opgenomen voor geluidsbelasting op gevels. De geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige objecten mag bij (vervangende) nieuwbouw niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.

Grondgebonden woningen mogen in gebruik worden genomen wanneer is voldaan aan de regels voor  bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid hulpdiensten. Deze regels zijn opgenomen in het omgevingsplan. Bij grondgebonden woningen geldt een maximale afstand van 40 meter tot de bluswatervoorziening. Brandweer Nederland heeft een handreiking gemaakt met alternatieve mogelijkheden voor toereikende bluswatervoorzieningen. Deze handreiking is opvraagbaar via ons gemeentelijke telefoonnummer 14075.